Een tijd terug krijg ik van mijn moeder
een boek. Dat gebeurt wel vaker dat ik een boek krijg, ook van mijn moeder.
Al deze boekjes heb ik wel eens
gelezen. Na een aantal pagina’s weliswaar diagonaal en steeds sneller. Het werk
van Sigrid Engelbrecht is toch net iets praktischer en diepgaander, vooral dan
in vergelijking met Bakx.
Wat ik doe met gegeven
boeken
Alle boeken die ik krijg aanvaard ik
natuurlijk dankbaar. Want ik kan er altijd wel iets mee doen.
Als het boeken zijn die me aanspreken
(niet letterlijk uiteraard), zet ik ze meteen in mijn bibliotheek, classificeer
ze, geef ze trefwoorden in mijn digitale catalogus, voorzie ze van een ex
libris, en geef ze een locatiecode zodat ik ze later terugvind.
Als dat zo in mijn huishoudschema staat
gepland, en dat is af en toe, stof ik ze netjes af en ruik er eens aan of
betast ze. Verder laat ik ze rusten in hun banden terwijl ik verder zwoeg in
het zweet des aanschijn.
Maar als ze me werkelijk doen walgen,
verkoop ik ze in De Slegte, en als die ze niet wil gaan ze naar de Kringloopwinkels.
Willen noch De Slegte noch de kringloopwinkels ze, dan gebruik ik ze om mijn
agressie op uit te werken of om de onderkant van mijn schoenen te poetsen,
vooraleer ze in de vuilniszak belanden.
Hoe wordt mijn humeur
beïnvloed door mijn autisme ?
Het is verrassend te zien hoe mensen
mij boeken schenken die mij een beter mens moeten maken. Zo bekommerd dat ze
zijn, niet te doen. Gelukkig wil mijn moeder dat niet. Ik ben al goed zoals ik
ben, ik hoef zelfs mijn diagnose niet weg te steken.
Maar ze is blijkbaar wel bezorgd om
mijn humeur. Uit eerbied voor mijn moeder heb ik dus geprobeerd het boek te
lezen. Wie het wil lezen … ik had vooral de indruk dat het een boek is dat
uitblinkt in lichtheid. Maar het heeft me wel doen denken hoe mijn humeur beïnvloed
wordt, ondermeer door mijn autisme.
Op zoek naar een goed
humeur, maar waarom ?
Natuurlijk wil ik wel een goed humeur.
Niet zozeer om mijn moeder te plezieren natuurlijk, ‘t zou oneerbiedig zijn
zoiets te doen.
Maar het is lente, de zon schijnt, de
dagen worden langer, mensen krijgen meer energie, de natuur komt tot leven, het
wordt warmer … en naar het schijnt moet dat samen gaan met lichtere kledij,
minder lang slapen, anders eten en vooral een goed humeur. Niet evident.
Soms lukt dat, soms ook niet. Maar wat
meer is … zelfs als ik goed gehumeurd ben, lijkt dat niet op te vallen. Of
zelfs erger, als ik doe alsof ik goed gehumeurd ben, komen er complimentjes.
Dat doet het gemoed geen goed. Alleen al de gedachte eraan doet me slechte
zinnen schrijven.
Waarmee een humeur te
maken heeft …
Een goed humeur zou veel te maken
hebben met prikkelverwerking, omgaan met emoties en hormonen. In antieke tijden
had ‘t vooral te maken met de ‘humores’
of lichaamssappen (bloed, gele gal, zwarte gal en slijm).
Op basis daarvan onderscheidt men tot
in de 19e eeuw vier menstypes (de 4 temperamenten)
op vlak van stemmingen: sanguinische, cholerieke, melancholieke en flegmatieke
mensen. Tegenwoordig wordt alles in verband gebracht met hormonen en met het
lymbisch systeem in de grote hersenen. Al zijn er nog duizend-en-één
alternatieve verklaringen van invloeden van zon en maan, sterren en stenen,
stoffen en metalen.
Humeur zou kortweg een samenspel zijn
van lichaamsfactoren (ademhaling,
lichaamshouding, spierspanning en inwendige prikkels), energiegevers (hoe slapen, kwaliteit van
voeding, aandacht voor ontspanning en rust) en de informatieverwerking
(de manier waarop situaties en gebeurtenissen worden verwerkt, welke beelden en
voorstellingen we hebben over wat komt en wat voorbij is).
Vooral prikkel – en
informatieverwerking lijkt een goed humeur te bepalen.
Prikkels uit de omgeving zoals het
weer, hitte of kou, geluid, visuele prikkels, geuren. Maar ook prikkels door de
omgang met partner, familie, vrienden, bekenden, collega’s, buren.
Of prikkels van binnenin, zoals
lichaamgewaarwordingen die dan weer veroorzaakt wordt door dwangmatig piekeren,
zorgen, vertwijfeling, ergernis en doorkruiste plannen. Ook de afwezigheid van
bepaalde prikkels kan mijn humeur beïnvloeden.
Wat een goed humeur
alvast niet is (volgens mij)
Een goed humeur zie ik alvast niet als
door de wereld stappen met een standaardgrijns, onophoudelijk opgewekt en
alleen nog maar positief over het leven, anderen en mezelf. Gevoelens, af en
toe scherpe kritiek, authenticiteit maken een levend wezen tot mens.
Jammer genoeg zie ik veel mensen om me
heen die een goed humeur veinzen en eigenlijk huilend het leven doorgaan. Ik
kan dat niet aflezen van hun gezicht, ik zou ‘t eerder een mystieke dofheid
noemen.
Drempels naar een goed
humeur
Drempel 1
Vergelijkingsstress
Als ik bij mezelf en rond me kijk, merk
ik dat zichzelf (proberen te) vergelijken met
anderen of met zichzelf (in vroeger tijden) een eerste belangrijke
drempel naar een goed humeur is.
Die vergelijkingsstress komt voor een
groot deel voort uit statusangst en na-ijver.
Anderen hebben (beter) werk, hebben
(meer) gestudeerd, hebben (betere/meer) ondersteuning, moeten niet (zoveel)
betalen voor die begeleiding.
Helemaal onbelangrijk is sociale en
materiële status natuurlijk niet. Het is logisch dat mensen een evenwicht
willen bereiken tussen kosten en inkomsten om een gemiddeld leven te leiden,
geen schulden te hebben en een beetje kunnen sparen. Als die stress weggenomen
wordt, kan dat een belangrijke bijdrage tot een goed humeur.
Drempel
2 Dwangideeën
Een tweede drempel die volgens mij te
maken heeft met autisme is hebben van dwangideeën, rigide gedachten, innerlijke
eisen en moeilijker een beeld kunnen vormen van verleden, heden en toekomst.
Maar het kan ook evengoed beïnvloed zijn door een depressie, stemmings – of
dwangmatige stoornis.
Op een idee, eis, gevoel … blijven
doorgaan, en bij een bepaald beeld (veelal negatief) van een situatie of
persoon blijven hangen, samen met scherpe innerlijke zelfkritiek, kan ertoe
leiden dat iemand in een slecht humeur spiraal terecht komt. Tot elke
inspanning te veel wordt door vermoeidheid.
Terwijl het ook anders kan, door een
goed humeurspiraal te volgen. Door bepaalde gewoontes, gedachten, beelden in
vraag te stellen, te overdenken … Al is daar tijd, geduld en ruimte voor nodig,
vaak ook ondersteuning (een klankbord, iemand die helpt ‘ontschuldigen’) en
mogelijks ook medicatie. Sommige dwangideeën zijn ook niet zomaar weg te
denken.
Drempel 3
Altijd goed willen doen
Een derde drempel is dat teveel mensen altijd maar aardig en positief willen zijn (of gevonden
worden).
Perfectionisme en altruïsme horen daar
ook bij. Mensen met autisme zijn volgens mij vaak veel te altruïstisch, in
tegenstelling tot wat vele ‘stuurlui aan de wal’ beweren.
Dat is volgens mij ook een deel te
danken aan maatschappelijke druk en het te letterlijk nemen van ‘doe goed’
boeken of de fixatie op geluk.
Teveel compensatie, inspanningen doen
om (het) goed te doen, kan op lange termijn ernstig de gezondheid schaden. Tot
een goed humeur zelfs niet meer mogelijk is.
Een goed humeur mag geen verplicht
nummer zijn en niet vertrekken vanuit verplichting en het wegschuiven van
gedachten. Het kan op korte termijn iets helpen, maar is op lange termijn
dodelijk.
Wetenschappers hebben bovendien ontdekt
dat glimlachen als je hoofd er niet naar staat kan leiden tot uitputting en
zelfs tot zelfdoding binnen de vierentwintig uur. Dan is er sprake van ‘overkill of surface acting’.
Het is beter uit de situatie weg te
gaan en elders te ventileren (zich uitleven op een boksbal, in een videospel,
door te springen of naar muziek te luisteren, of het neerschrijven als dit kan)
dan ter plekke het weg te duwen.
In de buitenlucht goed in – en
uitademen, zingen en/of bewegen (een stukje lopen, en als dat niet kan
wandelen) helpt bij mezelf nog het best. Vooral zingen doe ik graag. Het liefst
van al in de auto.
Ook uitgebreid gapen en de armen
strekken zou in vergaderingen het positief humeur terughalen. Al heb je dan
altijd wel neurotypicals die denken dat het mij dan niet meer interesseert. En
inderdaad: elke vergadering duurt voor mij te lang, en werkt op mijn humeur
Een slecht humeur heeft anderzijds ook
veel positieve kanten. Zo kan het een aanzet zijn om een situatie te
veranderen, of iemand of mezelf wakker te schudden. Sommige mensen merken maar
dat er iets scheelt op het moment dat een glimlach (gemaakt of niet) verdwijnt.
Drempel
4 Blijven doorgaan op taken, gedachten …
Een vierde drempel naar een goed humeur
die ik vaak merk, en associeer met autisme, is blijven
doorgaan op een bepaalde taak tot ze af is, met een bepaalde
gedachte of met een bepaald gevoel blijven zitten.
In beperkte gevallen lukt dat misschien
nog met een zogenaamde ‘gedachtestop’,
maar veelal niet.
Gedachten stoppen lijkt mij als persoon
met autisme immers erg moeilijk. In onzekere situaties kan dit leiden tot het
doorgaan in negatieve associaties, worst-case-scenario’s en proberen mij een
beeld ervan te vormen om zo ‘veilig’ mogelijk te handelen. Enerzijds is dat wel
positief, want een voorbereid mens is er twee waard. Anderzijds kan
voorbereiding, zeker preventief, zo’n dimensies aannemen dat het bij
voorbereiding blijft, en er geen energie meer is voor actie, laat staan
genieten van het moment.
Het meest haalbare van (teveel)
gedachten is voor mij nog steeds er iets positief mee doen, of ze afleiden of
overstemmen met een fysieke activiteit. Voor mij is de beste gedachtestop nog
steeds mijn lichaam moe maken.
Een gedachtestop kan er ook uit
bestaan, bijvoorbeeld in de pauze van een fysieke activiteit (bijvoorbeeld
lopen of zwemmen), even stil te zitten of staan en diep ademhalen. Een tweede
fase is zich afvragen : kan ik hier en nu iets doen om deze situatie te
veranderen ?
Indien nee, is het best eerst te
beginnen aan iets concreet dat wel kan gedaan worden. Indien ja, kan je je
afvragen hoe je het gaat doen, wie je daarbij kan inschakelen, op welke termijn
en met welke tussenstappen het realiseerbaar is. Zelf gebruik ik in dat laatste
geval pen en papier. Alleen al opschrijven helpt om er afstand van te nemen of
het vanop een afstand te bekijken.
Naast de gedachtestop kan ook het ergernisdoosje een stap in de goede richting
zijn. Als een ergernis of gedachte of probleem me teveel bezig houdt, noteer ik
het, en steek ‘t dan symbolisch in het doosje. Op een gepland tijdstip, vlak
voor de douche of avondwandeling, overloop ik de ergernissen van de dag. Het is
niet de bedoeling daar oplossing voor te bedenken. Ik lees ze, en als ze mij
nadien nog teveel ergeren, neem ik ze mee naar mijn coach of therapeute of
psychiater.
Drempel
5 Worstelen met eten, drinken en spijsvertering
Een vijfde drempel naar goed humeur is
vaak mijn eetgedrag. Ik heb nu eenmaal
moeite om eten te plannen, en als het zover is hongergevoel te simuleren of
stimuleren. Nochtans lijkt ‘t indirect wel op mijn humeur te werken als ik een
dag vergeten te eten.
Behalve het ‘wat’ is natuurlijk ook het
‘waar en hoe’ belangrijk. Het liefst eet ik alleen of zo weinig mogelijk
mensen. Dezelfde pizza smaakt zoveel beter. Met een groep mensen kan
bijvoorbeeld amper eten binnenkrijgen. Ook al omdat rustig eten er dan niet bij
is door de zenuwen.
Daarnaast zijn er bepaalde maaltijden
die mijn stemming aanzienlijk verbeteren. Omdat ik ze associeer met leuke
gebeurtenissen maar meestal omdat ze tactiel gewoon goed voelen in mijn mond of
slecht ruiken of wat ik zie van geen kanten klopt met wat ik ruik of smaak.
Iets graag eten zit er sowieso minder in bij mij.
Natuurlijk zijn er ook stoffen die
gekend zijn om hun positief effect op stemming zoals chocolade, koffie, pasta,
druiven, eieren, kaas, kip en bananen. Soms helpt ‘t ook om daarbij nog
vitamines te nemen, maar enkel als mijn huisarts dit aanraadt.
Er zijn ook stoffen en ingrediënten die
anderzijds ook een negatieve invloed hebben op mijn humeur, waardoor ik
berustend, passief of apathisch wordt. Dat effect wordt soms verkeerdelijk
gezien als een (of zelfs de) oorzaak van autisme. Het heeft volgens mij wel een
invloed op humeur en gedrag, ook van mensen zonder autisme. Door gevoeligheden
als gevolg van autisme komt dat bij sommigen wat sterker over.
Drempel
6 De kleuren, geuren en geluiden die me omringen
Een zesde en belangrijke drempel naar
een goed humeur vind ik de kleuren, geuren en
geluiden die me omringen als ik binnen en – buitenshuis ga.
Binnenhuis probeer ik zoveel mogelijk
lichte kleuren te gebruiken, maar buiten zijn er veel koude of sombere, of net
veel te felle, agressieve kleuren. Qua geuren en geluiden is het niet veel
beter.
Daarom neem ik als ik buiten ga zo veel
ik kan mijn mp3-speler en oortjes mee, mijn draagbare oase. Tenzij op stille
plekken in de natuur uiteraard.
Met geuren kan dat helaas vooralsnog
niet. Op straat overweldigen geuren mij meestal in negatieve zin, al zijn er af
en toe ook geuren die een zonnige stemming oproepen zoals van verse bloemen.
Drempel
7 Moeilijk kunnen slapen
Een zevende drempel naar een goed
humeur is moeilijk kunnen slapen.
Klaas Vaak is niet verwant met mij. Toch is het al wat verbeterd.
Een eerste hulp was op regelmatige uren
naar bed te gaan en op te staan (dus niet noodzakelijk te slapen) en daar ofwel
iets ontspannend te lezen, te schrijven of te luisteren naar rustgevende
muziek. Ik reken op een drietal uur vooraleer ik in slaap glijd.
Verder probeer ik een lichte
avondmaaltijd en na acht uur ‘s avonds helemaal niets meer te eten.
Ook zet ik mijn raam zoveel mogelijk
open voor de verluchting (soms zelfs ‘s nachts, tenzij er veel lawaai is
buiten) en zet ik de verwarming uit.
Als het slapen echt niet meer lukt
gedurende langere termijn, kan medicatie tijdelijk een oplossing bieden. Toch
vind ik slecht slapen vooral een teken dat er iets mis is met mijn energie
overdag, en dat er structurele oplossingen nodig zijn.
In dat geval is het volgens mij beter
met anderen erover te spreken, of een stap te zetten naar hulpverlening die je
zelf vertrouwt, die slapen binnen een ruimer kader ziet.
Is een goed humeur wel
mogelijk in combinatie met autisme ?
Is een goed humeur überhaupt dus wel
mogelijk, vraag ik me af. Is een goed humeur mogelijk in de ruwe
weersomstandigheden waar leven met autisme mee verbonden is ? Kan ‘t zonder
geluk, zonder een gevoel van verbondenheid ?
Zeker als we mensen die altijd vrolijk
zijn of lijken, de zondagskinderen, of hen met een beperkt bewustzijn even
achterwege laten.
Een goed humeur is volgens mij immers
iets authentiek, iets bij mensen die zich werkelijk bewust zijn, die bewust
omgaan met wat er om hen heen gebeurt zonder steeds brommerig te zijn.
Een goed humeur is volgens mij toch net
iets minder zichtbaar met autisme.
Sommige mensen kunnen gewoon niet zien
in welk humeur ik ben, en als ze iets opmerken is het steeds verkeerd. Voor
sommige mensen ben ik altijd slecht gehumeurd, voor anderen doe ik altijd alsof
ik goed gehumeurd ben.
Dat is vaak lastig, omdat vragen als
‘wat kan ik doen’, ‘scheelt er iets’, enzo stilaan vervelen. Andersom kan ik trouwens
ook amper opmaken uit de lichaamstaal van anderen of ze goed gehumeurd zijn.
Maar ik vraag dan ook nooit met hen hoe het gaat.
Een goed humeur is volgens mij ook
moeilijker te bereiken bij mensen die van nature een (erfelijke) aanleg hebben
tot depressie, stemmingswisselingen, dwangmatigheid of een aantal andere
psychische aandoeningen.
Ook sommige fysieke ziektes (zoals van
de stofwisseling bijvoorbeeld) kunnen mensen gevoeliger maken voor een slecht
humeur of minstens een sterk wisselend, onregelmatig humeur.
Stappen naar een goed
humeur …
Een goed humeur in moeilijke
omstandigheden heeft volgens mij te maken met de energie die gestoken wordt in
de organisatie van ons leven en de veronderstellingen, gedachten, visie waarop
deze organisatie gebaseerd is.
Die energie vergroten of de
energievreters eruit gooien probeer ik door rekening te houden met een aantal
‘stappen naar een goed humeur’.
Het mag ook geen taboe zijn om te
zeggen dat voor sommige mensen medicatie nodig zal zijn om te zorgen dat er
ruimte is om die stappen te zetten en vooral om de energie om lange termijn te
houden.
Wat niet betekent dat de(zelfde)
medicatie op langere termijn hoeft. Een goede ondersteuning – praktisch door
een coach en medisch door een psychiater die vertrouwen geeft – kan dat in
goede banen leiden.
Stap 1
Overtuigingen en ideeën veranderen ?
Af en toe lees ik, ook van mensen met
autisme, dat het er gewoon op aankomt die gedachten te veranderen.
Er zijn natuurlijk overtuigingen die
leiden tot ontevredenheid, teveel verantwoordelijkheid om te dragen,
slapeloosheid, en … een slecht humeur.
Die komen niet vanzelf, en zijn niet
zomaar te veranderen. Zeker niet door zich te werpen op citaten van dode filosofen
die ‘berusting’ of gelatenheid of afstand van emoties prediken. Dat zij in
vrede rusten.
Een goed humeur kan wel behouden
blijven door af en toe positieve gedachten op te roepen, te herinneren aan wat
goed ging, en proberen te relativeren (zonder apathisch te worden).
Stap 2
Concrete verbeteringen in de kwaliteit van bestaan
Ik geloof eerder dat concrete verbeteringen in de levenskwaliteit van iedere
dag, bepaalde zorgen (rond werk, liefde, relaties, materiële noden)
die blijven meegaan, onmogelijke verwachtingen vanuit de omgeving, een
luisterend oor … een stimulans kunnen zijn om ook de gedachten aan te pakken en
zodanig ook tot een goed humeur.
Overtuigingen relativeren en positief
denken alleen helpt dus maar in zeer beperkte mate. Dat is hetzelfde als
onbetaalde rekeningen in een lade in een kast steken en denken dat ze betaald
zijn. Een concreet perspectief, een menswaardig inkomen, rekeningen kunnen
betalen, sociaal actief kunnen zijn zonder zich kapot te maken, ‘s avonds met
gerust gemoed je hoofd op je hoofdkussen kunnen leggen en slapen … niet bang
voor wat er morgen komt … dat is volgens mij veel meer een bijdrage tot een
goed humeur.
Stap 3
Waar hou ik van, wat te verbeteren en wat moet weg?
Een hulpmiddel om me bewust te worden
van wat minder gaat, wat dus kan verbeteren, en wat ik niet wil veranderen
omdat het goed gaat, is voor elk levensgebied dat ik belangrijk vind een blad
te maken met twee kolommen.
Een ‘hou ik liefst zo’-kolom en ‘wil ik
veranderd of verbeterd zien of weg zien’-kolom. Mogelijks komt er ook nog een
derde kolom met acties waaraan ik al denk om dit te realiseren.
Natuurlijk is veel van wat ik wil
verbeteren of veranderen of weg wil zien niet op één twee drie gebeurd. Een
goede tijdslijn opstellen met meetbare acties en kleine stapjes met een keer
vind ik dus belangrijk.
Bovendien is er een adagio dat zegt ‘zie ‘t graag, verandert ‘t of laat ‘t zijn’.
Met alle drie heb ik evenveel last, maar nog ‘t meest met ‘laat ‘t zijn’ of ‘ga
er van weg’. Een situatie helemaal de rug toekeren, een destructieve baan of
relatie opzeggen, het contact met mensen verbreken … het duurt vaak veel te
lang om goed te zijn.
Stap 4
Afscheid nemen van energievreters
Toch kan ik geen situatie bedenken
waarin ik spijt had uiteindelijk toch afscheid te hebben genomen.
Energievampiers, mopperpotten, zuurpruimen, snoevers en kruidje-roer-mij-niet
probeer ik zoveel als mogelijk te mijden.
Dat zijn veelal mensen die geen
rekening houden met wie ik ben, inclusief mijn autisme, en de inspanningen die
ik doe om hen tegemoet te komen niet zien of willen begrijpen. Of het zijn
mensen die mij bewust willen misbruiken om eigen doelen te realiseren.
Meestal laat ik het contact gewoon
uitdoven, reageer ik niet meer maar soms is het ook goed eens goed uit te
vliegen, woede te tonen. Dat lukt mij minder, dat op een goede manier kwaad
worden. Een werkpuntje dus.
Het voordeel van zo weinig mogelijk
contact te hebben met dergelijke mensen is wel dat ik tegenwoordig meer energie
krijg voor het onderhouden van contact met mensen met wie wederzijdse
waardering mogelijk is.
Samen met een vertrouwenspersoon,
meestal mijn auticoach, slaag ik er wel een stukje bij beetje in de gewenste
richting te evolueren. Het zijn vooral concrete, zichtbare veranderingen en
nagekomen afspraken die mij nieuwe energie geven.
Stap
5 Een optimistische innerlijke dialoog voeren
Daarnaast merk ik dat een belangrijk
element in het vinden van een goed humeur als persoon met autisme een optimistische innerlijke dialoog is.
Die innerlijke dialoog kan veel vormen
aannemen en komt bij ieder bewust levend mens voor. Er is niets beschamend aan.
Tijdens mijn dagelijkse wandeling merk ik steeds meer mensen luidop tegen
zichzelf praten, soms heftig gesticulerend en met rare smoelen. Dat probeer ik
dan weer te vermijden.
Bij mij is ‘t helaas te vaak een
innerlijke criticus (geweest) die brandhout maakt telkens ik iets goed gedaan
heb, of de kritiek nog wat aanzwengelt bij een blunder. Telkens dat gebeurt
probeer ik goede argumenten naar boven te halen waarom ik wel goed bezig ben.
Ook al zijn er altijd mensen die zullen vinden dat ‘t niet zo is.
Sommigen zullen nu vreemd opkijken:
praat jij (luidop) met jezelf ? Niet steeds even luidop, maar inderdaad. Daar
is niets beschamend aan. Iedereen doet ‘t. Zelf doe ik het om bepaalde ideeën
uit mijn hoofd te krijgen, maar ik beperk dat tot thuis en af en toe in de
auto. Luidop tegen zichzelf praten op straat is ook een beetje gek, vind ik. Al
kom ik steeds meer mensen (die er best normaal uit zien) tegen die dat wel
doen.
Stap
6 Durven keuzes maken en geloven in zelfbeschikking
Durven keuzes maken en
geloven in de eigen zelfbeschikking is een
derde ‘drive’ om tot een goed humeur te komen.
Sommige mensen, autisme of niet, zijn
van jongsafaan ingepompt dat ze altijd de raad van anderen moeten vragen of
volgen, en zelf, door hun beperkte inzicht in andermans handelen, geen keuzes
kunnen maken. Soms is dat aangeleerde afhankelijkheid, soms is het gewoon ook
een opvoeding op basis van angst.
Nochtans ben ik er van overtuigd dat er
wel degelijk zoiets bestaat als intuïtie, als ‘gezond verstand’ bij mensen met
autisme, mits er een dosis wantrouwen tegenover mensen bij komt. Wantrouwen
bijvoorbeeld tegenover titels, fantastische perspectieven, onlogische
voorstellen, mirakels, plotse veranderingen.
Daarnaast vind ik dat ook mensen met
autisme, met de nodige ondersteuning, zelf fouten moeten kunnen maken, de kans
moeten krijgen om het verschil tussen juiste en foute beslissingen van
kindsbeen af duidelijk te ervaren. Wie ervaart zelf beslissingen te kunnen
nemen over wat belangrijk is, zal volgens mij ook beter gehumeurd door het
leven gaan.
Zelf heb ik bijvoorbeeld een
inventarisatie gemaakt van terreinen waar ik zelf volledig over beslis en waar
anderen deels of volledig overnemen.
Dat kan per levensgebied op een schaal
van 0 tot 10 en wie mij ondersteunt voor wat. Levensgebieden zijn bijvoorbeeld
relatie, werk, budget, huishouden, vrijetijdsbesteding, gezondheid …
Knopen doorhakken is voor mij nooit
eenvoudig geweest. Maar ik heb stilaan de angst leren relativeren om verkeerde
keuzes te maken, beslissingen niet meer te kunnen rechtzetten, de situatie nog
te verergeren in plaats van te verbeteren.
Hoewel ik er nog steeds veel tijd &
informatie voor nodig heb, merk ik wel dat er op vlak van beslissingen nemen,
met af en toe advies van anderen (die ik meer dan vroeger vraag), vooruitgang
is. Elke genomen beslissing, vooral als het een moeilijke is, maakt me goed
gehumeurd.
Intermezzo: de afnemende
verstaanbaarheid van informatie
Steeds vaker merk ik wel dat veel,
zoniet alle, informatie in onze samenleving niet alleen moeilijk
interpreteerbaar is geworden, maar ook steeds vaker onbetrouwbaar is geworden,
‘gecontamineerd’ door ondoorzichtige en tegenstrijdige belangen en door
destructieve emoties.
Verstaanbaarheid blijft een ‘werkpunt’ voor onze
samenleving, in mijn ervaring wordt ‘t met de dag moeilijker informatie, mensen
of organisaties te verstaan. Ondanks alle vereenvoudiging, ‘easy-read’ en
simplificatie. Soms verergeren deze het zelfs, want ze raken aan de structuur
van de boodschap en maken ze onverstaanbaar eenvoudig.
Stap
7 Voorkomen in plaats van Vijgen na Pasen
Ook leren hoe proactief in plaats van reactief te handelen,
hoe iets te voorkomen in plaats van achteraf brandjes te blussen, vind ik
belangrijk. Niet alles is te voorkomen of te voorspellen, maar met inzicht in
de eigen beperkingen qua verbeelding, de nodige planning en een ondersteunend
netwerk (professioneel en natuurlijk) kan dat best lukken.
Als de duidelijke, schriftelijke
afspraken met anderen nagekomen worden en ik zelf voldoende ruimte heb om te
beslissen over wat ik kan (hoe beperkt dat ook lijkt), dan voel ik mij
bijzonder goed gehumeurd.
En tot slot : goed humeur
uitwisselen en stap voor stap werken
Als laatste probeer ik mijn goed humeur als inspiratie uit te lenen aan
wie ook goed gehumeurd wil geraken. Positieve ervaringen uitwisselen maar ook
luisteren vanuit respect naar mensen die minder goede ervaringen hebben vind ik
belangrijk.
Onbezorgd en opgewekt ben ik wellicht
niet altijd, maar stap voor stap lukt ‘t wel.